En dan zit je opeens tussen een zwik Casseuten die je nog nooit eerder hebt ontmoet, als enige niet-Casseut. In een tent, terwijl je helemaal niet van kamperen houdt. En dan word je voorgesteld als de vriendin van. En dan sta je opeens tegenover de moeder der leeuwinnen, die vol emotie van recent verlies, haar welpvriendin wil beschermen. En die je dan aankijkt, haar armen opent en je omsluit met de liefde van moeder Aarde. En zich daarmee voor altijd in je hart nestelt.
Lieve Cath, die open armen, dat ben jij ten voeten uit. De openheid waarmee je mij hebt ontvangen, is ook de openheid waarmee jij het gelukt vangt. Je opent je hart, soms vloekend en tierend, voor wat er op je pad komt.
Steeds opnieuw de moed uit de schoenen vissen, de modder ervan af kloppen en stappen zetten. Drie vooruit, twee achteruit. Zijpaden bewandelend, of rechttoe rechtaan als een stoomwals eroverheen. Af en toe geen idee waar je heen moet. Hoe dan?!?
Tastend in het duister, creëer jij je eigen licht. Met glitter en veren, met onverwoestbare kracht en oneindig veel humor. Je bent een feest om bij te zijn, ook als je het even niet meer weet en het eind van de tunnel niet meer kunt ontwaren. De kracht van jouw zachtzijn is grenzeloos. Dus ook daar in dat verre Zuid-Afrika ga jij je weg vinden en het geluk vangen. Hier in het suffe Holland, blijf ik je volgen. Want ik laat je nooit meer gaan.
Dat je het even weet!