Over leeuwen, paradijsvogels en vuurvliegjes
Lieve Cath, Je gaat weg. Voor een half jaartje, maar toch. Echt even weg. Alle ballen die je in de Hollandse grijze lucht hield, liggen heel even werkloos op de grond. De lucht is blauw, de horizon bijna beangstigend leeg, wachtend op de stipjes die jij gaat zetten. Zoals je zeer wel weet ben ik je voorgegaan in de gang naar het zuiden. Een heel andere tocht dan de jouwe gaat zijn, maar toch, ergens houd ik me het recht voor om mezelf ervaringsdeskundige Zuidelijke Migratie te noemen. Bovendien hebben we laatst vastgesteld dat de provincie waar je heen emigreert het Limburg van Zuid-Afrika is. (Achtergesteld gebied met calimerocomplex en een hoop institutioneel racisme van wat ze in de Big Cities domme boeren noemen). Al met al klinkt Limburg een stuk spannender als je er neushoorns en hippo’s kunt spotten in plaats van een livarvarken.
Anyway. Een dik jaar geleden zette ik onder heel andere omstandigheden dan de jouwe een reeks stappen zuidwaarts. Ik zeg bewust stappen. Het is geen vogeltrek die instinctief en volgens protocol wordt uitgevoerd. Het zijn mensenbenen die de ene voet voor de andere zetten en zo beweging brengen waar eerst comfort was. Het zijn sterke benen die dit pionierswerk verrichten. Ze behoren toe aan een dapper mensje. Als ik door m’n oogharen kijk zie ik die prachtige bruine benen met op 1 van hen de tattoo van een zachtmoedige leeuw. Deze benen dragen een magisch wezen vol kleurrijke veren. Half leeuw, half paradijsvogel. Zo zie ik jou.
De leeuw
Wat is dat toch met jou en (grote, harige) poezen? Je naam (of we ‘m nou op z’n Engels of op z’n Noors uitspreken) klinkt als een felle Zuid-Europese straatkat. Zo’n flitsend poezenbeest dat onder elke omstandigheid overleeft, een en al blinkende nagels en tanden, her en der wat verfomfaaid maar nog steeds majesteitelijk. Je hebt een poezengezicht. Je sterrenbeeld is leeuw. Je hebt kat Molly (die net zo maf is als jij overigens) en dan is daar die leeuw die vanaf de zetel op jouw been zijn koninkrijk opeist. Alsof je hart ineens is verhuisd naar je bovenbeen.
De laatste keer dat ik bij jou was (in theorie om dozen in te pakken, in de praktijk om elkaar vast te houden) stonden we samen in de badkamer. Je had net gedoucht, uitgeput van je nieuwe baan en alle shit rondom visa die maar niet rondkomen, falende overheden, onwillige huurders en al die obstakels die je blijkbaar moet nemen als je je gezin optilt om in Limbabwe te laten landen. Je zei: “het lukt me niet allemaal tegelijk”. Je droogde je Leeuw af. Hij schudde zijn manen en ik zag je leeuwenhart. En wist: je kunt het wel. Je doet het al.
De paradijsvogel
2014 was mijn zelfbenoemde oogstjaar. Ik had net een aantal pittige jaren achter de rug, kleine Neele was inmiddels 2,5, ik was klaar voor pret met de grote P. In een opwelling besloot ik naar DTRH te gaan en ik sleepte een reeks vriendinnen mee. 2014 en het daaropvolgende jaar werden bonte jaren vol avonturen en ontdekkingen. Wat een geluk dat ik mijn bevindingen met je kon delen. Liefdevol en nieuwsgierig volgde je mijn vallen en opstaan en in 2015 was je zelf klaar voor een sprong het diepe in en gingen we kopje onder Down the Rabbit Hole. Tot je grote verdriet overleed je vader in de periode daarvoor, maar dapper als je was besloot je toch te komen. Het ritueel dat we daar samen uitvoerden, toen je net aangekomen was, is een van mijn mooiste momenten die ik met jou beleefd heb. Voor jou brak daarna een moeilijke tijd aan. Toch is daar op DTRH een reis begonnen. Een periode van poppen en ontpoppen. Als meisje stapte je through the looking glass en als paradijsvogel kwam je er nog niet eens zo heel lang geleden weer uit.
Je hebt het altijd al in je gehad. Ik zag het voor het eerst op de ballen-tuttenvap van Cassis waarin je in een lange jurk met sigarettenhouder volledig in je rol zat. En ook in het dagelijkse leven speelde je vaak de paradijsvogel, zodat niemand het kwetsbare meisje zag dat je natuurlijk ook gewoon was, naast een mythisch wezen. Het ontroert me dat je afgelopen jaren daadwerkelijk bent getransformeerd in een prachtige paradijsvogel. Een zachte, liefdevolle, kleurrijke vrouw. En zoals zoveel van ons vrouwwezens twijfelt ze regelmatig aan haar krachten, maar geloof me als ik zeg dat deze paradijsvogel, die toevallig ook nog eens mijn vriendinnetje is, alles kan wat ze ook maar in haar mooie koppie kan bedenken.
Het vuurvliegje en de paradijsvogel
Een Limbabwaans sprookje
Op een maanloze, wrede nacht in Limbabwe lag de paradijsvogel wakker in haar nest. Haar paradijsvogelman en paradijsvogelkind waren vertrokken naar dromenland. De paradijsvogel was alleen en ze was omgeven door duisternis en twijfels. Ze vroeg zich af wat ze daar deed. In haar nest. Wat was haar bestemming? Haar doel? Ze had toch vleugels? Moest ze niet vliegen naar andere oorden. Iets bereiken dat ze andere paradijsvogels had zien doen? De duisternis verdikte zich en de paradijsvogel voelde zich verlaten. Een traan gleed langs haar gevederde wang en drupte over haar prachtige verenpak totdat de traan op de grond viel. Er klonk een zacht geluidje. Geschrokken hief de paradijsvogel haar mooie kop. Er zweefde een lichtje boven het nest. De nacht was vriendelijk nu en in het zachte licht zag ze haar paradijsvogelman en paradijsvogelkind rustig naast zich liggen. Ze was niet alleen! Nieuwsgierig boog ze zich naar de bron van het licht en zag dat het kwam van een klein vuurvliegje. “Maar, ik ken jou!”, zei de paradijsvogel verbaasd, “wat doe jij nou hier?”. Het vuurvliegje zoemde zacht en zei: “toen ik de grot zat en mijn lichtje stuk was en ik dacht dat er nooit meer vreugde zou zijn, toen kwam jij naar me toe en vrolijkte me op met je schoonheid van veren en kleuren. En nu doe ik hetzelfde voor jou. Want echte vriendschap gaat niet alleen over dansen in elkaars licht, maar juist over dansen in elkaars duisternis.” En de paradijsvogel en het vuurvliegje dansten met elkaar. In het schemerduister. En later in het licht. En veel later nog weer in het donker, totdat het donker licht werd en het licht donker. En ze beiden het verschil niet meer zagen. En weet je wat? Ze hadden heel veel pret samen!